Waar vind je sneeuwklokjes?
Kijk in tuinen, parken en loofbossen met eiken- en beukenbomen. Let op kleine planten met hangende witte bloemen langs paden en onder struiken.
Het sneeuwklokje is een bloem die snel groeit als het lente wordt, zelfs als er nog een beetje sneeuw ligt!
Waar vind je pissebedden?
Onder rottend hout en stenen in vochtige loofbossen met veel bladeren op de grond.
Pissebedden zijn kleine beestjes met een gekruld lijfje dat onder stenen of in de tuin woont en van donkere plekjes houdt.
Waar vind je eekhoorns?
In naaldbossen met sparren, dennen en lariksen. Kijk omhoog in de boomtoppen en luister naar geluiden van takken die breken.
Eekhoorns zijn kleine dieren met een pluizige staart die snel kunnen rennen en nootjes verstoppen om later te eten. Af en toe vergeten ze waar de nootjes verstopt liggen op die manier groeien er weer nieuwe bomen.
Waar vind je uitgebloeide papaverbollen?
In ongemaaide velden met wilde bloemen of in tuinen na de bloeiperiode van papavers, vooral in zonnige gebieden.
Van de papaverzaden wordt maanzaadolie gemaakt, die wordt gebruikt in koken en bakken vanwege de subtiele nootachtige smaak. Als je de uitgebloeide papaverbollen schudt kan je de zaden horen!
Waar vind je kleine watersalamanders?
Zoek in poelen, vijvers en langzaam stromende beekjes in bossen met eiken- en berkenbomen.
Kleine watersalamanders zijn gladde diertjes die in het water leven en een nieuwe staart kunnen laten groeien als de oude afbreekt.
Waar vind je galappels?
Op bladeren van eikenbomen, meestal in loofbossen met veel eiken.
Galappels worden gemaakt door de galwesp die haar eitjes in het blad legt, wat zorgt voor dit bolletje dat lijkt op een appel.
Waar vind je eikels?
Rond eikenbomen in loofbossen, vooral onder de bomen op plekken met veel gevallen bladeren.
Eikels zijn nootjes die van eikenbomen vallen. Eekhoorns vinden ze lekker en begraven ze om later te eten, maar soms vergeten ze waar en groeit er een nieuwe eikenboom uit!
Waar vind je grote bonte spechten?
In loofbossen met oude loofbomen zoals eiken, beuken en berken. Let op in holle bomen en luister naar het geklop op hout.
Deze vogel kan tot 12 keer per seconde met zijn snavel op een boom kloppen, wat hen helpt bij het vinden van insecten onder de boomschors.
Waar vind je een pop van een rups?
Vaak aan de onderkant van bladeren in loof- en naaldbossen, vooral op struiken zoals brandnetels.
Een rups verandert in een huisje, zoals een slaapzakje, voordat hij een mooie vlinder wordt!
Waar vind je hazelnoten?
Onder struiken van hazelaars in loofbossen, vooral op plekken met veel open plekken en licht.
Een hazelnoot is een nootje met een hard jasje dat aan een struik groeit. Van deze noot wordt chocoladepasta gemaakt.
Waar vind je kastanjes?
Onder kastanjebomen, meestal in gemengde loofbossen en parken met kastanjebomen.
Wist je dat kastanjes in de herfst van de bomen vallen en dat je er grappige gezichtjes of figuurtjes mee kunt knutselen?
Waar vind je oesterzwammen?
Op dode stammen van loofbomen, vooral in gemengde bossen met eiken, beuken en berken.
Oesterzwammen kun je ook vinden in de supermarkt!
Waar vind je roodborstjes?
In tuinen, parken en loofbossen met struiken en open plekken, vaak dicht bij de grond en struikgewas.
Roodborstjes staan bekend om hun nieuwsgierige en ook wel brutale gedrag, waardoor ze vaak dichtbij mensen komen.
Waar vind je dennenappels?
Onder dennenbomen in naaldbossen, vooral daar waar veel dennen groeien en naalden op de grond liggen.
Dennenappels beschermen de zaden van dennenbomen en openen zich vaak alleen onder bepaalde omstandigheden om de zaden vrij te geven, zoals bij droogte of hitte.