Een natuurgebied in de kern van het Brabantse Haaren!
Voorafgaand aan de werkzaamheden zijn in het gebied de bestaande natuurwaarden geïnventariseerd. Hierbij is onder andere gekeken naar de voorkomende flora- en fauna en zijn mogelijke risico’s in kaart gebracht. Daarnaast is gekeken naar de huidige bodemomstandigheden. Op basis van de nulmeting zijn vervolgens drie kruidenmengsels samengesteld door Heem. De kruidenmengsels bestaan uit inheemse, autochtone kruiden die van oorsprong in het gebied voorkomen of er in potentie voor kunnen komen. Bij de kruidenmengsels is onderscheid gemaakt in een oever-, schaduw- en ruig mengsel. Enkele soorten die zeer specifieke eisen stellen aan hun milieu, zoals moeraskartelblad en grote ratelaar, zijn aanvullend ingezaaid op locaties die in potentie voor de soort geschikt zijn.
ELZENOPSLAG OMGEZET NAAR TAKKENRLLEN
Voor de kruiden ingezaaid worden hebben we eerst een aantal werkzaamheden uitgevoerd. Eerst is een deel van de elzenopslag uitgetrokken. De takken van deze elzen zijn hergebruikt voor takkenrillen. Voor vogels en kleine zoogdieren bieden de takkenrillen een goede nest- en schuilgelegenheid. Amfibieën en reptielen gebruiken de rillen als plaats om te overwinteren. Langs het water hebben we enkele elzen laten staan. Deze worden later schuin getrokken om een vis- en broedplaats te vormen voor de aanwezige ijsvogels in het gebied.
Het in te zaaien gebied is voorafgaand aan de werkzaamheden gemaaid. Het maaisel is vervolgens afgevoerd en de bodem is twee keer bewerkt met een rotorkopeg. De twee bewerkingsbeurten zijn uitgevoerd in een warme en droge periode met een tussenperiode van twee weken, zodat los gewerkte grassen en storende kruiden volledig uitdrogen. De uitgedroogde achtergebleven vegetatie is handmatig afgeharkt en afgevoerd.
OPSCHONING RETENTIEVIJVER
In een deel van de retentievijver was veel riet aanwezig. Tijdens de droge zomermaanden is het riet afgegraven. Wanneer de waterstand dan in de winter weer stijgt, zullen de overgebleven stengels weer vollopen met water. Uiteindelijk zal een deel van het riet hierdoor afsterven. Om het riet in toom te kunnen houden zal deze maatregel de komende jaren herhaald moeten worden.
Verspreid door het gebied zijn enkele wilgen geknot en bomen verwijderd om meer doorzicht te creëren en om ervoor te zorgen dat er vanuit het gehele gebied zicht is op de Sint-Lambertuskerk. Daarnaast zijn in het gebied een tweetal wadi’s aangelegd. De bodem rondom de wadi’s is afgeplagd. Ook zijn alle paden in het gebied hersteld of verbeterd waardoor ook mindervaliden van de paden gebruik kunnen maken.
MONITORING MET DE INWONERS
Nu de kruiden zijn gezaaid is het wachten tot volgend jaar de eerste éénjarige kruiden in bloei komen. We gaan de komende drie jaar tenminste drie maal per jaar door de ontwikkeling van de vegetatie monitoren. Tenminste één keer per jaar krijgen ook geïnteresseerde inwoners de kans om zich bij de monitoring aan te sluiten.
Naast het inventariseren van de flora wordt ook de aanwezigheid van eventuele fauna opgenomen in de monitoring. Speciale aandacht is hierbij voor ‘indicatorsoorten’, soorten die specifieke eisen stellen aan de omgeving waarin ze wonen. De aan- of afwezigheid van deze soorten zegt wat over omgeving, de samenstelling van de bodem en de kans van slagen op een gezond ontwikkelde kruidenvegetatie.
Aan de hand van een jaarlijkse rapportage wordt de gemeente geadviseerd over noodzakelijke onderhouds- en beheermaatregelen zodat de kwaliteit van het gebied ook de komende jaren gewaarborgd blijft!